Op mijn vorige column “Bereid je voor (nu het nog kan)” kreeg ik een paar vragen:” hoe, wat, waar, over natuurbegraven.” Daarom begin ik eerst nog even met onze ervaring.
Ik weet niet hoe het met jullie gaat, maar mij is het tot nu toe zo vergaan: pakweg vanaf mijn pensionering - overigens een levensfase die me enorm bezighoudt - word ik me meer bewust van mijn sterfelijkheid. Het lichaam laat zich steeds vaker voelen. Aanvankelijk nog tijdelijke ongemakken, maar na verloop van tijd toch ook iets wat niét meer wegtrekt. Functies als horen en zien gaan gênant -wat voor iedereen merkbaar is- achteruit. De opticien en de audioloog varen er wel bij. En ik ben inmiddels ook overgeleverd aan Artrose. Niks aan te doen: voorlopig de pijn stillen met pillen en hoppa: verder met je leven.
Mijn leven draait al lange tijd in meerdere en soms mindere mate, om mijn vriendinnenclub van -tegenwoordig nog- zes vrouwen. We ‘bestaan’ dit jaar 45 jaar. En daar wil ik wel iets over kwijt. Want wat maakt nou dat wij zo lang met elkaar in contact zijn gebleven? Plichtmatigheid, trouw, verveling, behoefte aan... Ja, wat is het? En wat doet het fysiek? Is daar onderzoek naar gedaan en wat heeft dat opgeleverd?
Het geluid om na de rechtmatige pensioenleeftijd gewoon -nouja gewoon- te blijven werken wordt steeds luider. Natuurlijk is de mens in Nederland tot op zekere hoogte vrij om te doen en laten wat hij/zij/onzijdig wil, vooral na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Dus dat is alvast prettig.
Op een dag was het genoeg. Het besluit nam bezit van me, vele maanden nadat mijn mentale gesteldheid was gaan wankelen. Niet door een burn-out of onverwerkt trauma, maar door langzame vergiftiging.
Als je opgevoed bent zoals ik, jongste van 4 meisjes en een ondernemende wildebras, met veel plichten en beperkingen, dan kom je er op een dag achter dat leeftijdsgenoten om je heen méér hebben uitgespookt dan jij. Niettemin zit er aan mijn opvoeding ook een onverwacht voordeel: ik heb nog heel veel “eerste keren” tegoed! Dit inzicht ervaar ik als bevrijdend en sindsdien zoek ik altijd naar -voor mij- ‘eerste keren'.