Deze titel is een uitspraak van Adriaan van Dis die hij na zijn ziekte in een talkshow deed. Het pakte me. Niet omdat ik ziek was, maar omdat het klopt, ondanks dat we tegenwoordig op alle mogelijke media verontwaardigd proberen te bewijzen dat we nog superfit, actief en geestelijk jong zijn. En dat laatste zal ik beslist niet tegenspreken, maar hier volgt even een stukje realiteitsbesef.
“Oud worden is een zegen,” zeggen ze. “Je mag blij zijn dat je nog leeft,” hoor je. Ja, dat is zo. Alleen vergeet men erbij te vertellen dat het leven na ongeveer je zestigste steeds meer begint te lijken op een krachtmeting met je eigen lichaam: iedere dag een pijntje in een nieuw jasje.
Herken je dit? Wakker worden in een lichaam dat zich gedraagt alsof het een avondje is wezen stappen zonder jou. Eerst een snelle inventarisatie: knie? Nog daar. Heup? Luidruchtig, maar functioneel. Hoofd? Geen pijn. Rug? Lijkt te protesteren tegen het feit dat je gewoon hebt geslapen. Trouwens, slapen gaat ook niet meer zoals vroeger. Waar je ooit als een blok in slaap viel en pas wakker werd van de wekker, lig je nu ’s nachts naar het plafond te staren omdat je blaas, schouder en je hele bestaan allemaal tegelijk aandacht eisen.
En dan die kwaaltjes. Ze zijn onvermijdelijk. Ik ken werkelijk niemand van mijn leeftijd die geen kwaal(tje) heeft. Ze hebben het over een ‘goede’ en een ‘slechte’ knie. Soms vergeten ze even welke het is, tot ze opstaan en er met een venijnige knak meedogenloos aan worden herinnerd. Te langzaam of te snel werkende schildklieren, of een sluipende artrose. Roept u maar!
De huisarts is inmiddels je beste vriend, maar hij zegt steeds vaker dingen als “Tsja, dat hoort erbij,” met een glimlach die net iets te automatisch is. Of: “Daar kunnen we mee leren leven.” Hoezo ‘We’?! Oh wacht, er is dus niks aan te doen.
Het aller grappigste (lees: ironisch) is dat advertenties proberen te bewijzen hoe actief de nieuwe senioren zijn. We zouden “bruisend” door het leven gaan, op de beste e-bike naar yoga racen, de prachtige Alpen met Nordic-walking stokken doorkruisen, en speciale seniorensalsa dansen in Zuid-Amerika. Terwijl ik heel eerlijk gezegd al een kleine mentale voorbereiding nodig heb om de container op de hoek van de straat te zetten.
Wat je ook steeds vaker hoort: “Leeftijd is maar een getal.” Dat klopt, maar het is een getal met bijwerkingen. Zoals een bril op elke verdieping van het huis, een rug die kraakt bij het aantrekken van je broek –áls je al je evenwicht kunt bewaren-, en een geheugen dat ineens heel selectief is: ik open de koelkast en vergeet waarom. Maar ik herinner me wél feilloos het telefoonnummer van mijn middelbare schoolvriendje uit 1968.
En toch — ondanks de kwaaltjes, de pijntjes, de potten vitaminen en supplementen die niet meer in het keukenkastje passen — moet ik lachen. Want ouder worden is ook: lak krijgen aan onzin. Weten hoe het zit. Geen FOMO meer, geen bewijsdrang. Je weet wat je leuk vindt en wat beslist niet, en je doet geen concessies meer. Je draagt comfortabele schoenen zonder schaamte. En je zegt steeds vaker: “Ach, laat maar” of “Het is wat het is.” En dát is pure vrijheid.
Dus ja, ouder worden is niet voor watjes. Het is voor mensen met humor, relativeringsvermogen en een elektrisch dekentje. En als het allemaal even tegenzit, troost ik me met de gedachte dat alles wat kraakt, in ieder geval nog leeft.
Meer columns lezen van Simone?
Of klik hier voor al Simone’s columns.