Een bitterzoet verlangen naar het verleden, zo wordt nostalgie over het algemeen omschreven. Treffend als je je realiseert dat het zowel een positief gevoel oproept (die goede oude tijd) en tegelijkertijd weemoedig maakt, want dat specifieke moment komt nooit meer terug. De tijd schrijdt razendsnel voort, je toekomst is inmiddels korter dan je verleden en naarmate je ouder wordt lijkt het allemaal nog net even wat sneller te gaan. Je kunt er op verschillende manieren mee omgaan, maar ik hou ervan. De herfst is wat mij betreft de ideale periode om je er lekker aan over te geven. Ik ben vooral dol op plekken die je in één klap weer terugbrengen naar momenten van weleer, toen alles nog ongecompliceerd en zorgeloos leek te zijn.

Het ultieme plekje om je aan nostalgie over te geven is natuurlijk de Efteling. Enkele jaren geleden besloten een vriendin en ik spontaan weer eens een bezoek aan het sprookjespark van onze jeugd te brengen. We waren er al eeuwen niet meer geweest. Zouden het Vliegend Tapijt en de Dansende Schoentjes er nog zijn? Was het nog wel de Efteling uit onze jeugdjaren? Dat was het zeker, en meer dan dat. Het werd een dag met een suikerzoet roze randje, om het zo maar te zeggen.

Met die gedachte in het achterhoofd besloten we dat we het er nog wel een keer op konden wagen. Tenslotte waren er ook weer nieuwe attracties zoals de Danse Macabre en niet te vergeten de klassiekers zoals De prinses op de Erwt, een van mijn favorieten van vroeger. Eenmaal binnen de hekken van het magisch oord sloeg als vanouds de betovering toe en was er geen ruimte meer voor grote mensen gedachten. Al direct bij het betreden van het park transformeerden we in opgewonden, huppelende meisjes, op zoek naar het Sprookjesbos. We waren vooral bezig met het bewaren van papiertjes en stokjes om de ronde buik van Holle Bolle Gijs te kunnen vullen en stonden smachtend in de (ellenlange) rij bij Villa Volta. De boze buitenwereld was ver te zoeken.

Ook dit keer bleek het overgrote deel van de bezoekers beneden de tien te zijn, veelal onder begeleiding van verstandige grootouders die nauwlettend een oogje in het zeil hielden. Hier en daar vingen we een bedenkelijke blik op, want het was toch wel een beetje eigenaardig, twee oudere dames zonder kids, die overenthousiast en ietwat luidruchtig op hun beurt stonden te wachten om Fata Morgana binnen te gaan. Zonder gekheid, alle massages, Tai Chi sessies of bosbaden ten spijt, als je hier tien minuten ronddobbert ben je compleet zen. We vroegen ons af of we het voor elkaar konden krijgen om stiekem nog een tweede keer in het bootje te kunnen stappen, maar we wilden ook Droomvlucht niet missen en het Sprookjesbos stond ook nog op het to-do lijstje. Ze zijn er allemaal nog, Sneeuwwitje en haar trouwe dienaren, Doornroosje en het peperkoekenhuisje van de boze heks, die blijkbaar nog steeds hoopt Hans en Grietje te kunnen verschalken. Uiteraard kon ik het niet laten: hoewel ik met mijn 1.62 meter lengte niet bepaald tot de grootste Nederlanders behoor, moest ik de nodige acrobatische toeren verrichten om me door de minuscule deurtjes van de dwergenhuisjes te kunnen wurmen. Zwaar in overtreding, want achteraf gezien bleek de maximaal toegestane lengte om het dorp te betreden 1.50 meter te zijn. Maar zoals dat gaat in een sprookjesbos: alles is mogelijk. Met elke stap die we namen langs het vrolijke getingel van de paddenstoelen vielen de jaren weg. Zelfs Holle Bolle Gijs had zijn jeugdige uitstraling weten te behouden.
Het ultieme Efteling moment moest natuurlijk nog komen: een rondje in de Stoomcarrousel. Gek genoeg waren er weinig liefhebbers, misschien doordat er door de jaren heen niets aan veranderd is. Dezelfde muziek, dezelfde figuren, maar wat een feest van herkenning! Respectabele dames als we zijn, namen we plaats in een van de comfortabele koetsen. Voor even waren we weer de prinsesjes van weleer.
Meer lezen van Patty?