Beleggen als aanvulling op je pensioen

Pensioenbeleggen is een manier om een aanvulling op je pensioen op te bouwen, bovenop je AOW en werkgeverspensioen. Dit is mogelijk wanneer die laatste twee niet toereikend genoeg zijn, bijvoorbeeld omdat je een tijd geen pensioen hebt opgebouwd of als ZZP’er hebt gewerkt. Wanneer je niet genoeg pensioen hebt opgebouwd (ook wel ‘jaarruimte’ genoemd, kan het belastingvoordelen geven om op deze manier te beleggen. Deze manier van beleggen wordt ook wel ‘lijfrente’ genoemd. 

‍

Waarom is een lijfrenterekening voordelig? 

Bij een lijfrenterekening betaal je geen vermogensbelasting over het bedrag dat je opzij legt. Alleen wanneer je het bedrag uiteindelijk uitgekeerd krijgt bij je pensioen, betaal je er inkomstenbelasting over, net zoals dat bij andere inkomsten ook het geval is. Je kunt dit ook aan een ander laten uitkeren, bijvoorbeeld je partner wanneer diegene een gat heeft.  Daarnaast is het vaak zo dat rendement vaak hoger is dan bij sparen, en het risico geminimaliseerd kan worden ten opzichte van andere manieren van beleggen, juist omdat deze voor de lange termijn ingericht is. 

‍

Wat zijn de nadelen?

Een kanttekening van pensioenbeleggen is dat het geld pas gebruikt kan worden wanneer je met pensioen bent. De rekening is geblokkeerd, waardoor tussentijds opnemen niet mogelijk is. Dit kan ook een voordeel zijn: je kunt niet in de verleiding komen om het geld voor iets anders te gebruiken. Daarnaast is het ook zo dat je een aantonend pensioengat (de eerder genoemde jaarruimte) moet hebben om in aanmerking te komen voor het belastingvoordeel. Als laatste is beleggen natuurlijk nooit zonder risico’s en kan er altijd geld verloren worden. Daar staat tegenover dat ‘veiliger’ sparen minder oplevert. Het is dus een afweging je voor jezelf kunt maken, eventueel samen met een financieel adviseur. 

Hoe gaat het in zijn werk?

Een lijfrenterekening kan worden afgesloten bij verschillende financiële instellingen, denk aan een verzekeraar, bank, of beleggingsonderneming. Het ligt aan de instelling wat precies de afspraken zijn, dus daar kun je het beste mee contact opnemen. Verschillen kunnen zitten in wel of geen vaste streefdatum, hoeveel vrijheid je hebt in wat en wanneer je inlegt, en hoeveel risico je neemt. Belangrijk is vooral om je goed in te lezen, en te gaan voor wat bij jou past.