Er is een merkwaardig fenomeen gaande. Online circuleren video’s waarin jongeren zichzelf filmend lezen: in koffietentjes, op bed, in de trein. Het zogenaamde performative reading: een esthetiek van lezen, bijna een lifestyle. Het is makkelijk om dit weg te zetten als een vorm van aandacht zoeken, maar achter deze trend schuilt iets groters en wezenlijkers: een groeiend verlangen naar een tijd die rustiger, eenvoudiger en minder gefragmenteerd aanvoelt dan het heden. Een tijd waarin verveling nog bestond.

In een wereld waarin elk moment gevuld kan worden met scrollen, reageren en consumeren, verandert verveling van een ongemak in een luxe. Jongeren ontdekken dat wie zich kan vervelen, ruimte creëert voor creativiteit, reflectie en plezier. Het is opvallend hoe vaak termen als slow living, digital detox en offline hours terugkeren.
Verveling wordt opnieuw gezien als een vorm van vrijheid. Het is de lege bladzijde waarop iets kan ontstaan. Een staat die oudere generaties herkennen als vanzelfsprekend onderdeel van het dagelijks leven, maar die nu een bewuste keuze is geworden.
Waar technologie jarenlang gelijk stond aan vooruitgang, begint de balans te kantelen. Offline gaan is een nieuwe vorm van luxe. Jongere generaties keren zich niet af van technologie, maar verlangen naar momenten waarop de constante prikkels wegvallen.
Dat uit zich in concrete trends:
Niet omdat het praktischer is, maar omdat de ervaring authentieker voelt. De imperfectie van analoge middelen wordt gezien als menselijker, eerlijker.
Het Duitse woord Fernweh (verlangen naar een plek waar men nog nooit is geweest) kreeg online al een broertje: anemoia, het verlangen naar een tijd die men nooit heeft meegemaakt.
Dit gevoel verklaart de fascinatie voor retro-esthetiek, ouderwetse dagboeken, jaren ’80 jeans, cassettebandjes of het heruitvinden van de zaterdagse bibliotheekroutine. Het zijn symbolen van een langzamer leven, waarin aandacht schaars maar echt was.
Deze nostalgie zegt minder over het verleden dan over een behoefte in het heden: de hunkering naar samenhang en diepte in een tijd die vaak versnipperd aanvoelt.
Veel van deze trends komen samen in één beweging: de herwaardering van rituelen. Lezen wordt niet alleen een activiteit, maar een bewuste handeling. Koken krijgt een ceremonieel karakter. Wandelen wordt een vorm van meditatieve reset.
In een tijd waarin alles snel kan, wordt het langzaam doen van dingen bijna een tegenbeweging. Het ritueel biedt houvast, betekenis en soms zelfs een vleugje theater. Performative reading is daarvan slechts één zichtbare uiting.
Maar de kern is ernstiger: jongeren zoeken naar manieren om de aandacht terug te winnen die ze overal verliezen.
Deze nostalgische beweging is geen voorbijgaande hype, maar een reactie op een verzadigde, digitale cultuur. Het leest als een signaal: de aandachtseconomie heeft zijn grens bereikt, en het verlangen naar rust, echtheid en diepgang groeit.
Wat interessant is: veel van wat nu herontdekt wordt, zijn gewoonten die decennialang normaal waren. Niet per se beter, maar wel rustiger. Het verklaart waarom het verleden, zelfs een verleden dat men nooit heeft meegemaakt — zo aantrekkelijk kan zijn.
De vraag die onder deze trend ligt, is tijdloos:
Welke elementen van vroegere tijden verdienen een plek in het heden?
Misschien is het de traagheid.
Misschien de dagen zonder planning.
Misschien het gevoel dat tijd niet uit elkaar viel in notificaties, maar zich aaneen reeg tot gedachten, gesprekken en ervaringen.
De nostalgische trend onder jongeren is geen vlucht naar het verleden, maar een pleidooi voor een andere toekomst: één waarin rust, aandacht en verveling weer ruimte krijgen.