Het had 'enige' voorbereiding gevergd. Aan het soort activiteit had het niet gelegen. Naar eigen zeggen was Ali 'al zevenennegentig jaar een waterrat' en vond ze dat er niets mooiers was dan zwemmen. "Het gaat om de omstandigheden waarop jullie me weer te water willen laten," had ze verontwaardigd gezegd.
Die omstandigheden waren het zwemuurtje in het doelgroepenbad voor mensen met dementie in het lokale zwembad.
"Ik heb dementie en dan moet ik ook nog eens poedelen met mensen met dementie. Dat is te veel." Die argumentatie klonk sluitend.
De voorzichtigheid had een achtergrond.
Een paar maanden eerder had ik Ali vergezeld naar het 'gewone' zwembad.
Tot Ali's niet geringe ergernis, lukte het afdalen van het trappetje niet meer.
Ingeklemd tussen twee lieve badmeesters was ze via het kinderbad met enige moeite in zwembaar water geraakt.
Om haar heen plonsden kinderen.
Er werd geschreeuwd.
Mart Hoogkamer verkondigde via de geluidsinstallatie luid dat hij ging zwemmen in Bacardi Lemon.
Te veel prikkels.
Na welgeteld negen minuten wilde Ali uit het water.
De hulp van dezelfde twee badmeesters moest hierbij worden ingeroepen.
Mijn intentie om toch vooral te denken in mogelijkheden, had Ali uiteindelijk gekrenkt.
Maar deze vrijdag had de wil om te zwemmen het uiteindelijk toch gewonnen van de gekrenkte trots.
Ali ging mee. Om te zwemmen met mensen met dementie.
De afdaling in het zwembad was geschied via een waterrolstoel.
Na wel eerst nog even geïnformeerd te hebben of de weg naar het water toch niet via het trappetje zou kunnen gaan, liet ze het gelaten toe.
Eenmaal in het water zwom Ali als een vis. Er zijn nou eenmaal dingen die je niet verleert.
De entourage in het zwembad was plezierig.
De deelnemers voelden zich senang in het zwembad, maar uitten dat niet luidruchtig.
De vier seizoenen van Vivaldi hadden de Bacardi Lemon van Mart Hoogkamer verdrongen.
Vrede die, samen met de zwembadtemperatuur, maakte dat ik me vrij voelde om even de ogen te sluiten.
Toen ik ze weer opende, zat Ali naast me op het bankje.
Ze zag mijn verbaasde blik. "Even uitrusten," verklaarde ze. "Ik vind zwemmen heerlijk, maar ik ben natuurlijk wel zevenennegentig."
"Maar hoe ben je dan het water uitgekomen," wilde ik weten.
Ali vond het, blijkens haar schouderophalen en antwoord: ’Nou, gewoon via het trappetje,’ een malle vraag. "Ik ga maar weer eens," vervolgde en liep in de richting van het trappetje. De badmeester had zich onopvallend in de buurt van het trappetje opgesteld, maar greep niet in. Ali draaide zich ondertussen om, greep de leuningen vast en daalde behoedzaam en zelfverzekerd af naar het water.
Terwijl Ali vanuit het zwembad zwaaide, zocht ik naar conclusies.
Die had ik niet direct voorhanden.
Job van Amerongen werkt als ggz-verpleegkundige in de ouderenzorg (Brentano, Amstelveen) en is columnist bij Proudies en DementieVisie.