Paul Klee was een in Zwitserland geboren schilder met een unieke stijl die beïnvloed werd door het expressionisme, kubisme, surrealisme en oriëntalisme. En hij was een duizendkunstenaar. Hij schreef bundels die even belangrijk waren voor de moderne kunst als de werken van Leonardo da Vinci voor de renaissance (aldus Wikipedia). Als kind speelde hij al viool sinds zijn achtste, maar kunst gaf hem meer vrijheid om zijn stijl te verkennen en zijn radicale ideeën te uiten. Klee wordt beschouwd als een meester in de kleurenleer, na een bezoek aan Tunesië dat slechts twaalf dagen duurde leek het of hij na tien jaar worstelen zijn kunstenaarschap had gevonden. “De kleur heeft me te pakken. Ik hoef niet meer achter haar aan te jagen. Ze heeft me voor altijd, dat weet ik. …. Ik en de kleur zijn één. Ik ben schilder” fragment uit zijn dagboek 9260.

Ik heb voor deze column een ouder zwartwit werk gekozen. Een zelfportret van een man, het hoofd gebogen en zich krabbend op het voorhoofd. De ogen wijd open. Er lijkt een zweem van een onzekere glimlach. Een wenkbrauw is hoog opgetrokken. Piekerend? Onzeker?
Het leven en werk van Paul Klee is zeer veelzijdig en interessant, maar ik heb deze ets gekozen om het onderwerp zelf te belichten. Het drukt in mijn ogen iets uit waar veel mensen, vooral ook kunstenaars, last van hebben. Grote onzekerheid en twijfel. Is wat ik doe wel goed genoeg? Ja, ik krijg wel applaus maar is dat geen schijn? Wanneer val ik door de mand? Eens krijgt men wel door dat ik niet zo goed ben als het misschien in eerste instantie lijkt.
In de psychologie wordt dit syndroom ‘impostersyndroom’ genoemd, waar diepe bestaanstwijfel een grote rol speelt.Het is al in de jaren ‘70 beschreven. Het is geen diagnose of erkend DSM-V etiket. Het gaat om mensen die op zich prima functioneren, maar die daar diep in hun hart ernstig over twijfelen. Ze weten zeker dat ze een keer door de mand vallen. Vreneli Stedelmaier schreef er het boek F*ck die onzekerheid over en ze stelt dat zeventig procent van de vrouwen en dertig procent van de mannen er last van heeft. In recentere onderzoeken wordt gesteld dat mannen er evenveel of zelfs nog meer last van hebben. Ze uiten het waarschijnlijk anders. Het is een diepgewortelde angst om onderuit te gaan, om bevestigd te worden in de overtuiging dat je niet slim, goed, intelligent, capabel genoeg bent. Met als reacties: vermijding, uitdagingen uit de weg gaan. Of juist het tegenovergestelde: vechten en keihard werken. Mensen met perfectionistische eigenschappen (vaak in combinatie met faalangst)herkennen zich vaak in dit syndroom. Het is overigens echt iets anders dan een gebrek aan zelfvertrouwen. Het uit zich in verschillende mate van intensiteit. Bij de meeste mensen wordt het bij het ouder worden minder want je hoeft minder te presteren.
Hoe weet je dat je het hebt?
Er bestaan verschillende lijstjes en tests waarmee je kunt beoordelen in hoeverre het op jou van toepassing is, maar als ik het uitleg aan mensen is er al snel verbazingwekkend veel herkenning. Studenten lijden er steevast flink onder. Musici en acteurs ook (podiumangst zou je een variant kunnen noemen). Maar dus ook veel kunstenaars. Edward Munch bijvoorbeeld, die een schilderij zeker tien keer maakte. Wanneer is een beeld goed genoeg om te kunnen zeggen dat het af is? Voor veel kunstenaars een bijna onmogelijke vraag. Er is altijd wel iets wat niet deugt of beter kan. Wat het publiek niet ziet, maar wat wel in het hoofd van de schilder of beeldhouwer zit.
Wat helpt? Herkennen. Ik heb het ook. En dan erkennen. Praat erover. Een lastige stap omdat schaamte natuurlijk een grote rol speelt en je dan precies moet doen wat je niet durft. Maar het delen en ontdekken dat je niet de enige bent, helpt om het te relativeren. Misschien kun je er wel een beetje om lachen. Accepteer complimenten. Dus toelaten en niet meteen denken aan je valkuil. Dus zeg; dankjewel voor je reactie. Wees er blij mee en zeg dat ook. Stop met vergelijken want dat is een van de meest destructieve gedragingen van mensen. Je laten inspireren door anderen is heel andere koek. Daar word je enthousiast van. Een heel andere emotie. En tenslotte daag jezelf uit om eens iets te doen waarvan je kunt leren. Iets anders dus. Spannend jazeker. Maar wat kan het leuk zijn om met vallen en opstaan te ontdekken dat je iets echt kunt wat je nog niet eerder kon. Dat heet creativiteit ontwikkelen.
Twijfel is een emotie waar we niet zo van houden, die negatief wordt ervaren. Maar het is op z’n minst interessant om dit nader te bekijken. Is die twijfel wel zo negatief? Het is iets anders dan onzekerheid. Zoekend naar betekenissen vond ik 'niet weten wat je moet doen, denken of geloven'. Twijfel kom ik tegen in vragen als: Ben ik goed genoeg? Wat wil ik met mijn werk, leven, relaties? In allerlei variaties. Twijfel leidt ook tot reflectie.
Paul Klee was niet echt een man die leed aan het verschijnsel bedriegerssyndroom. Maar hij zocht wel tien jaar voordat hij zijn stijl gevonden had. Hij was een soort dwarsligger die in alles wat hij deed probeerde dat het publiek een beeld van hem kreeg dat hem aanstond. Hij kon provocerend zijn. Aan zijn schoondochter schreef hij ooit: “Met voorzichtigheid en wijsheid zal men zich geen al te grote illusies maken.”
Misschien is het beeld hierboven wel een uitdrukking van een spottende blik. En heb ik de plank volledig misgeslagen.
