Ruim vijfentwintig jaar lang stond Afke Dam midden in het leven van anderen. Als huisarts was ze een luisterend oor, een vaste waarde en iemand die - zoals ze zelf zegt - “letterlijk en figuurlijk achter de voordeur mocht komen”. Toch koos ze tien jaar geleden voor een andere weg. Een weg die stiller begon, minder zeker voelde, maar haar steeds dichter bij iets bracht dat al die jaren in haar had geleefd: de kunst.

In dit gesprek vertelt Afke openhartig over loslaten, opnieuw beginnen en het vinden van een nieuw ritme. Niet omdat het makkelijk was, maar omdat het nodig was.
Als je vijfentwintig jaar lang huisarts bent geweest, vormt dat je. Toch ziet Afke zichzelf nooit alleen als haar beroep.
“Ik zei altijd: ik ben Afke Dam en ik werk als huisarts,” vertelt ze. “Het werk dat je doet, bepaalt niet wie je bent.”
Nu zegt ze: Ik werk met beeldende kunst. De rol veranderde — de kern bleef hetzelfde.
Helemaal afgesloten is die artsentijd niet. “De kennis zit nog steeds in mij, maar ik doe er niets meer mee. Het is meer een laag in wie ik ben, net als moeder, dochter of buurvrouw.”

Twintig jaar werkte Afke in een achterstandswijk. Daar zag ze hoe gezondheid en leven onlosmakelijk verbonden zijn met sociale, economische en educatieve omstandigheden.
“Mensen kwamen vaak met klachten die niet uit het lichaam kwamen, maar uit stress, lawaai, zorgen, overlast. Je leert dan kijken naar de mens als geheel.”
Het werk gaf voldoening, betekenis en een duidelijke plek in de samenleving.
Tot het niet meer ging.
“Ik werkte soms wel twaalf uur per dag. Ik probeerde het voor iedereen goed te doen — mijn patiënten, mijn gezin, mijn team. En toch voelde het alsof ik tekortschoot."
Toen vrienden ziek werden en overleden, kwam er een indringende vraag bij haar naar boven: Waar zou ik spijt van hebben als ik later terugkijk?
Het antwoord was verrassend helder: Dat ik mezelf niet genoeg tijd gun om kunst te maken.
De keuze om te stoppen kwam niet zonder reacties.
“Sommigen zeiden: wat doe je nou? Anderen vonden het dapper. En natuurlijk heb ik het gemist. Twee jaar heb ik moeten afkicken.”
Loslaten van een beroep gaat voor Afke verder dan stoppen met werken. Het raakt aan identiteit, eigenwaarde, betrokkenheid.
“Je laat niet alleen werk los, maar ook je gevoel van plek in de samenleving. En dat moet je opnieuw invullen. Dat vond ik moeilijk.”
Wat haar trok richting de kunst?
Niet per se vrijheid, dat kwam later. Maar vooral aandacht geven aan iets dat al die jaren zachtjes had geroepen.
Afke lacht als ze het zegt:
“Ik ben verschrikkelijk in loslaten. Ik houd van mensen en van spullen. Opruimen is een drama. Alles maakt me blij.”
Toch leerde ze dat loslaten niet altijd groots hoeft te zijn.
We doen het ons hele leven: van school wisselen, verhuizen, nieuwe banen, oude gewoontes.
Maar een beroep loslaten blijft een categorie apart, omdat er waardering, herkenning en identiteit aan vastzitten.

Wat haar hielp, was dat er iets nieuws voor in de plaats kwam.
“Als ik niets had gehad, was het veel zwaarder geweest.”
Als kunstenaar werkt Afke heel anders dan vroeger. Ze plant vaste dagen vrij en bewaakt die zorgvuldig tegen de drukte van het dagelijks leven.
“Je moet soms beginnen zonder inspiratie. Gewoon gaan zitten, beginnen, en dan gebeurt er iets. Het materiaal zelf gaat dan vaak voor je werken.”
Inspiratie komt voor haar uit textuur, vorm, toevalligheid, maar ook uit kunstenaars zoals Berlinde De Bruyckere.
“Haar werk straalt zoveel mededogen uit. Soms is het gruwelijk, maar tegelijk mooi. Dat raakt me.”
In haar eigen werk ziet ze haar vroegere beroep onbewust terug.
“Mensen zeggen vaak dat het organisch oogt. Huidachtig. Menselijk. Dat zit er kennelijk nog steeds in.”
Niet tijdens de opleiding, niet toen ze voor het eerst fulltime aan het werk was.
Maar bij haar eerste tentoonstelling.
“Ik organiseerde alles zelf. De uitnodigingen, de ruimte, de mensen die kwamen. Toen zag ik het ineens, dit is ook wie ik ben. En ja, daar was ik trots op.”
Als iemand geraakt wordt door haar werk, voelt dat voor Afke als een diepe verbinding.
“Dan denk ik: je hebt iets opgepakt dat ik wilde laten zien, ook al breng ik geen boodschap. Het is een vorm van mededogen voor de mens in het algemeen.”
Een echo van het artsenbestaan, maar in een andere taal.

Wat hoopt ze de komende tijd nog te ontwikkelen?
Niet per se nieuwe technieken of grote projecten.
“Mijn grootste goed is dat ik nieuwsgierig mag blijven. Blijven ontdekken. Dat gun ik mijn toekomstige ik.”
En wat blijft er volgens haar overeind als het gaat om betekenisvol ouder worden?
Afke hoeft er nauwelijks over na te denken:
“Blijf nieuwsgierig.”
Zwitserleven is de enige verzekeraar in Nederland die zich richt op pensioenen. Geen auto-, inboedel- en ziektekostenverzekeringen. Dus geen enkele afleiding. En dat maakt ons als enig echt pensioenmerk ook meteen een specialist.We bieden iedereen een pensioen in begrijpelijke taal, met een duidelijk overzicht. Zodat je weet waar je aan toe bent. En jouw nabestaanden ook. Wij willen pensioengenieters het Zwitserleven gevoel geven, en dat iedereen in hun omgeving mee kan genieten.