Terwijl Europa deze week opnieuw kreunt onder een allesverzengende hittegolf, wordt de klimaatcrisis steeds tastbaarder. In Zwitserland zijn temperatuurwaarschuwingen afgegeven in meerdere kantons. In Frankrijk loopt het kwik op tot boven de 39 graden. In Nederland kreunt het asfalt en piept het elektriciteitsnet. We leven in een tijd waarin de aarde steeds luider om aandacht roept.
En tegelijk investeren overheden en bedrijven wereldwijd miljarden in een andere allesbepalende kracht van deze eeuw: kunstmatige intelligentie (AI). Maar wat betekent de opmars van AI voor onze planeet? Helpt het ons om duurzamer te leven? Of graaft het, onbedoeld, zijn eigen ecologische graf?
AI geldt als dé sleutel tot efficiëntie. Het kan energie besparen in productieprocessen, helpen bij het monitoren van bosbranden, het voorspellen van overstromingen en zelfs bijdragen aan duurzamere landbouw. Maar de technologie heeft ook een minder besproken keerzijde: haar ecologische voetafdruk.
Een studie van de Universiteit van Massachusetts uit 2019 gaf al een voorproefje: het trainen van één enkel AI-taalmodel zoals GPT-3 kostte destijds evenveel CO₂ als vijf auto's in hun hele levenscyclus. Nieuwe schattingen zijn nog zorgwekkender. Volgens een recente publicatie van het International Monetary Fund (IMF) kan AI tegen 2030 wereldwijd verantwoordelijk zijn voor 1,7 gigaton aan extra CO₂-uitstoot – vergelijkbaar met de jaarlijkse uitstoot van heel Rusland.
De rekencapaciteit die nodig is voor het trainen en draaien van AI-modellen wordt geleverd door gigantische datacenters. Deze energievretende faciliteiten draaien dag en nacht, vaak op fossiele brandstoffen. Google rapporteerde in juni dat zijn uitstoot in vijf jaar tijd met 48% is gestegen — vooral door AI. De techgigant produceerde in 2024 alleen al 14,3 miljoen ton CO₂.
En dan is er nog water. Voor het koelen van servers gebruiken veel datacenters zogenaamde verdampingskoeling. Uit onderzoek van de Universiteit van California blijkt dat het draaien van één AI-query (zoals het stellen van een vraag aan een chatbot) gemiddeld 500 ml water verbruikt — ongeveer een klein flesje. Op grote schaal tikt dat aan: Microsoft verbruikte in 2022 meer dan 6 miljard liter water, grotendeels voor AI-infrastructuur.
Toch is het beeld niet alleen somber. AI heeft ook de potentie om een gamechanger te zijn in de strijd tegen klimaatverandering. Zo werkt IBM samen met het VN-klimaatagentschap om met AI betere modellen te bouwen voor droogtevoorspelling. In de oceaan verzamelen drones met AI data over verzuring, koraalafbraak en migratie van vissoorten.
Ook op het gebied van energie kan AI bijdragen. Slimme algoritmes helpen bij het optimaliseren van wind- en zonne-energie en het voorspellen van piekbelasting. Volgens het World Economic Forum kan AI tot 4% van de wereldwijde uitstoot reduceren tegen 2030 — als het verantwoord wordt ingezet.
Wat opvalt: er is nauwelijks internationale regelgeving over de milieueffecten van AI. De Verenigde Staten introduceerden in 2024 weliswaar de Artificial Intelligence Environmental Impacts Act, maar implementatie laat op zich wachten. In Europa is duurzaamheid amper opgenomen in de AI-wetgeving die in 2025 van kracht ging.
Techbedrijven beloven ondertussen beterschap. Microsoft wil in 2030 “CO₂-negatief” zijn. Google zegt in 2030 volledig op schone energie te draaien. Maar deze beloftes zijn moeilijk controleerbaar, en gaan voorbij aan de toeleveringsketen — van chips tot koelsystemen.
De opkomst van AI is onvermijdelijk. De technologie zal ons dagelijks leven blijven veranderen — in de zorg, in het onderwijs, op het werk. Maar de klimaatimpact is nu al voelbaar. Zonder duidelijke kaders en transparantie dreigt AI de duurzaamheidsdoelen juist te ondermijnen.
“AI moet niet alleen slim zijn,” zegt klimaatwetenschapper Sasha Luccioni, die werkt aan emissiemetingen voor AI-modellen bij het platform Hugging Face. “Het moet ook ethisch en ecologisch verantwoord zijn. En dat begint bij meten, begrijpen en verantwoording afleggen.”
Deze week voelen we de gevolgen van klimaatverandering aan den lijve. AI kan een hulpmiddel zijn om de schade te beperken. Maar alleen als we durven kiezen voor een koers die technologie en planeet niet tegenover elkaar zet — maar samen laat werken aan een leefbare toekomst.
Bronnen: The Verge, MIT News, IMF, Hugging Face, UC Riverside, Washington Post, Time Magazine, AP News, World Economic Forum, The Guardian