Er zijn films die een verhaal vertellen, en er zijn films die een gesprek openen dat al lang aan de oppervlakte borrelde. De Noorse film Drømmer — winnaar van de Golden Bear op het 2025 Berlin International Film Festival — behoort onmiskenbaar tot die tweede categorie. Met ingehouden adem, tastbare kwetsbaarheid en een opmerkelijke gevoeligheid voor de grenzen tussen fantasie en werkelijkheid, brengt regisseur Dag Johan Haugerud een verhaal dat niet alleen gaat over verlangen, maar over de echo’s ervan door generaties heen.

Het uitgangspunt is bedrieglijk eenvoudig: een 17-jarig meisje, Johanne, wordt verliefd op haar lerares Frans. Wat volgt is geen schandaal, geen melodrama, maar een intieme ontleding van hoe jonge gevoelens vorm krijgen — en hoe ze door anderen gelezen, gevreesd of gekoesterd worden.
Vanaf de eerste scène wordt duidelijk dat Drømmer weigert te schreeuwen. De cinematografie, zacht en precies als het licht van een winterochtend, volgt Johanne (prachtig neergezet door Ella Øverbye) met een geduld dat zeldzaam is in hedendaagse cinema. Ze schrijft in haar dagboek — soms dromerig, soms verwarrend, vaak pijnlijk eerlijk.
Wanneer haar moeder en grootmoeder de dagboeknotities ontdekken, verschuift het perspectief van de film. Wat begon als een privé-ritueel van een tiener, wordt een spiegel waarin drie vrouwen naar hun eigen verlangens, schaamte en herinneringen kijken.
Haugerud maakt van die verschuiving geen sensatie, maar een stil ritueel van begrip. De film is op zijn best in de momenten waar niets lijkt te gebeuren — een kop thee, een zucht, een blik te lang vastgehouden. De dramatiek zit niet in de handeling maar in de ruimte ertussen.
Wat Drømmer zo radicaal maakt, is niet het onderwerp, maar de manier waarop het wordt behandeld. In een tijd die antwoorden eist, biedt Haugerud alleen vragen — en een opmerkelijke kwetsbaarheid in hoe hij ze stelt.
Johannes verliefdheid wordt niet geromantiseerd, maar ook niet gecriminaliseerd. Het is een mengsel van projectie, fantasie en ontwakende identiteit. De film laat bewust open hoeveel er werkelijk is gebeurd tussen leerling en docent. In plaats daarvan gaat het om wat er gelezen wordt: hoe woorden op papier kunnen oplichten of verontrusten, afhankelijk van wie ze ziet.
Critici noemden de film “deliberately awkward, but deeply humane,” en dat is precies waar zijn kracht ligt. Drømmer weigert de kijker een comfortabel frame te geven. Er is geen juiste manier om naar dit verhaal te kijken. De film kijkt namelijk net zo aandachtig terug.
Zelden toont een film zo overtuigend hoe intimiteit niet alleen iets is wat je ervaart, maar ook iets wat je erft. Johannes moeder, zelf ooit jong en zoekend, leest de notities van haar dochter met een mengeling van angst en herkenning. De grootmoeder ziet in de naïviteit van de verliefde tiener misschien een reflectie van een leven dat anders had kunnen zijn.
Het dagboek wordt zo een familiair object — een kruispunt van verlangen, oordeel en empathie. De drie vrouwen vormen samen een kleine gemeenschap van herinnering: ieder met eigen littekens, ieder met eigen dromen, ieder met een eigen lezing van liefde.
De beelden van cinematograaf Jonas Åkerlund (niet te verwarren met de Zweedse regisseur) ademen intimiteit. Oslo is geen koude, afstandelijke stad, maar een plek waar je de echo’s van voetstappen voelt. Close-ups worden spaarzaam ingezet; de camera dringt niet binnen, maar beweegt mee, alsof zijzelf voorzichtig is om iets te verstoren.
De soundtrack, minimaal en bijna onhoorbaar, werkt als een ademhaling onder de beelden: soms gespannen, soms zacht pulserend. Het is cinema die luistert.
Het succes van Drømmer — dat verrassend snel uitgroeide tot één van de meest besproken Europese films van het jaar — heeft ongetwijfeld te maken met de maatschappelijke context. Gesprekken over macht, consent en grensoverschrijding domineren de publieke ruimte, en Haugerud’s film voegt daar geen oplossingen aan toe, maar complexiteit.
Toch is het geen film over misstanden. Het is een film over menselijkheid. Over introspectie. Over de ambigue ruimte waar verlangens ontstaan voordat ze een naam krijgen.
In een tijd van instant oordelen en snelle verontwaardiging, biedt Drømmer het tegengif: nuance.
Er zijn films die je meeneemt uit de zaal. Drømmer is een film die met jóu meeloopt. In de dagen erna, in de stilte van je eigen gedachten.
Je herinnert je de blikken van de personages, de verslagen zinnen in het dagboek, het licht dat door een keukenraam valt.
En misschien, zoals veel bezoekers na de première in Berlijn meldden, stel je jezelf opnieuw vragen over wat het betekent om te verlangen — op 17, op 40, op 70.
Drømmer is geen statement, geen waarschuwing, geen geruststelling.
Het is een droom die niet opgelost hoeft te worden om waar te voelen.