Op een zonnige ochtend in april gingen 21 humanoïde robots van start aan een halve marathon in het centrum van Beijing. Sommigen haalden de finish — eentje zelfs binnen 2 uur en 40 minuten — terwijl anderen spartelend tegen hekken klapten of roerloos langs de kant bleven staan. Geen dystopische scène uit Terminator, maar een grootschalige demonstratie van China’s technologische ambities.
Het was ook een metafoor voor de bredere race die gaande is: een internationale wedloop om de toekomst van de humanoïde robot. Een toekomst waarin machines met twee benen, armen en gezichtsherkenning niet alleen in fabrieken werken, maar mogelijk ook bij u thuis.
In de afgelopen jaren zijn technologiebedrijven stilletjes, maar vastberaden, begonnen aan een nieuwe missie: het ontwikkelen van robots die kunnen lopen, denken, zien en handelen als mensen. Waar robotica voorheen draaide om industriële armen in fabrieken, spreken bedrijven nu openlijk over een toekomst waarin humanoïde robots een centrale rol spelen in zorg, productie en zelfs het huishouden.
Volgens gegevens van PitchBook is er sinds 2015 meer dan $7,2 miljard geïnvesteerd in meer dan 50 bedrijven die werken aan deze technologie. Analisten van Goldman Sachs verwachten dat de wereldwijde markt voor humanoïde robots in 2035 zo’n $38 miljard zal bedragen. Sommigen voorspellen zelfs dat de industrie tegen 2050 richting de $1.000 miljard kan groeien.
Nvidia-CEO Jensen Huang vergeleek in januari 2025 de huidige fase van robotica met het “ChatGPT-moment” voor taalmodellen: “De algemene robot komt eraan. En sneller dan u denkt.”
De grote spelers in de techwereld hebben hun pionnen inmiddels strategisch gepositioneerd.
Hoewel het Westen voorop lijkt te lopen in software en chips, is China bezig met een indrukwekkende inhaalslag. Volgens de International Federation of Robotics produceert het land sinds 2021 jaarlijks meer industriële robots dan de rest van de wereld samen.
In een beleidsdocument uit 2023 noemde China’s Ministerie van Industrie humanoïde robots de “nieuwe grens van technologische competitie”. Inmiddels hebben lokale overheden meer dan $10 miljard geïnvesteerd in robotica-ecosystemen.
Toch blijft China afhankelijk van Amerikaanse chips, vooral die van Nvidia. Door exportbeperkingen vanuit de VS is dat een geopolitiek pijnpunt. Sommige Chinese bedrijven ontwikkelen daarom nu hun eigen AI-chips — een proces dat jaren kan duren.
De toepassingen lopen uiteen:
De opkomst van humanoïde robots roept ook fundamentele vragen op:
“Het succes van deze robots hangt niet alleen af van technologie,” zegt robotica-ethicus Dr. Marleen Stikker. “Maar van vertrouwen. En dat bouw je niet met een perfect algoritme, maar met transparantie en respect voor menselijke waarden.”
Wat begon als sciencefiction, is nu een tastbare realiteit. De robot die zich vastrijdt in een marathon is misschien vandaag nog een komisch tafereel. Maar diezelfde robot — of een verbeterde versie — kan over vijf jaar zomaar een taak in uw huis uitvoeren.
En of dat ons leven makkelijker maakt of juist ingewikkelder, zal afhangen van meer dan alleen techniek. Het wordt een verhaal van ethiek, cultuur en hoe wij als samenleving omgaan met machines die ons steeds meer gaan lijken.
Tot die tijd kunnen we alleen maar blijven kijken — met een mix van verwondering, bewondering en een beetje argwaan — hoe de humanoïde toekomst ons inhaalt.