Vorige maand spraken we over de grote vermogensoverdracht: de miljarden die de komende jaren van de Babyboomers naar hun (klein)kinderen zullen stromen. Maar er is nóg een overdracht gaande, minstens zo belangrijk, al is hij minder tastbaar: de generatieoverdracht van gezondheid. Steeds duidelijker blijkt dat gezondheid, net als vermogen, van generatie op generatie wordt doorgegeven. Niet alleen in ons DNA, maar ook in onze leefstijl, mindset en omgang met ouder worden. De keuzes die één generatie maakt, bepalen mede de vitaliteit van de volgende.

Een deel van onze gezondheid is genetisch bepaald: we erven aanleg voor bijvoorbeeld hart- en vaatziekten, diabetes of bepaalde vormen van kanker. Maar volgens geriater dr. Mark Lachs (New York Presbyterian Health Care System) is dat slechts een deel van het verhaal.
“Toen ik geneeskunde studeerde, leerden we dat genetica dé bepalende factor was voor levensduur,” zegt hij. “Vandaag weten we dat gedrag in veel gevallen juist de doorslag geeft. Uw levensstijl heeft enorme invloed op hoe lang en gezond u leeft.”
Kinderen en kleinkinderen nemen vaak de gewoonten over van hun ouders en grootouders. Wie als kind ziet dat beweging vanzelfsprekend is, dat er gezond wordt gegeten en met mate genoten, neemt dat gedrag later mee. Evenzo kunnen ongezonde patronen — zoals te weinig bewegen of overmatig drinken — zich herhalen door generaties heen.
Die overdracht van leefstijl is cruciaal. Want met elke generatie die gezondere keuzes maakt, stijgt niet alleen de levensverwachting, maar ook de gezonde levensverwachting; de jaren waarin we actief, helder en onafhankelijk blijven.
De cijfers spreken boekdelen. In 1950 lag de gemiddelde levensverwachting in de Verenigde Staten op 65 jaar voor mannen en 71 voor vrouwen. In 2023 is dat gestegen naar 76 en 81 jaar. Medische innovaties, betere behandelingen en preventieve zorg hebben daar ongetwijfeld een groot aandeel in gehad.
Maar er is meer aan de hand. We leven niet alleen langer omdat de geneeskunde ons redt, maar ook omdat we collectief gezonder zijn gaan leven. De Babyboomers vormen daarin een opvallende generatie: ze zijn goed geïnformeerd, nemen initiatief in hun zorg, en zien gezondheid als iets waar je zelf invloed op hebt.
Toch is het beeld niet uitsluitend rooskleurig. Studies, onder andere gepubliceerd in JAMA Internal Medicine, tonen aan dat Babyboomers weliswaar langer leven dan hun ouders, maar ook meer chronische aandoeningen kennen: obesitas, diabetes, hart- en vaatziekten.
De Britse Journals of Gerontology bevestigden dit: de langere levensduur gaat niet altijd gepaard met een betere gezondheid. En dat heeft grote gevolgen voor de zorg en overheidsuitgaven in de komende decennia.
Ondanks die uitdagingen geven Babyboomers het goede voorbeeld op veel terreinen. Volgens de AMA Journal of Ethics zijn zij “de meest proactieve generatie ooit als het gaat om gezondheid en zorg”.
Ze:
Kortom: de Babyboomer van nu is niet passief oud aan het worden, maar actief aan het leven — en dat heeft invloed op de generaties na hen.
Dertig jaar geleden spraken we nauwelijks over “gezond ouder worden”. Ouderdom werd gezien als iets dat je overkwam. Tegenwoordig herschrijven we de regels: we kunnen ouder worden én vitaal blijven, als we daar vroeg genoeg mee beginnen.
De generatie die nu met pensioen gaat, laat zien dat ouder worden niet het einde is van vitaliteit, maar juist het begin van een nieuwe fase waarin welzijn, zingeving en verbondenheid centraal staan.
En dat werkt aanstekelijk. Hun kinderen en kleinkinderen groeien op met een ander beeld van ouder worden: niet als aftakeling, maar als verlenging van het leven met kwaliteit.
Volgens recente cijfers zal 0,03% van de huidige bevolking de leeftijd van 100 halen — zo’n 100.000 Amerikanen. Voor kinderen die vandaag geboren worden, stijgt dat percentage naar 3,5%. Tegen 2050 verwacht men meer dan 3,7 miljoen honderdjarigen wereldwijd.
Die stijging komt niet alleen door medische vooruitgang, maar ook door de overdracht van gezond gedrag. Elke generatie bouwt voort op de inzichten van de vorige.
De nieuwe “Generatie Lang Leven” geeft daarmee meer door dan geld of vastgoed. Ze schenken de volgende generaties iets onbetaalbaars: de kennis, gewoonten en mindset om beter oud te worden.
Ze herdefiniëren wat ouder worden betekent en laten zien dat het mogelijk is om niet alleen langer, maar ook beter te leven.
De overdracht van gezondheid is misschien wel de mooiste erfenis die we kunnen nalaten. Niet in cijfers of bezittingen, maar in levenslust, voorbeeldgedrag en bewustzijn.
Door de manier waarop we eten, bewegen, denken en leven, dragen we bij aan een gezondere toekomst voor onze (klein)kinderen.
En misschien is dat wel het echte geheim van lang leven: de wetenschap dat gezondheid iets is wat we samen doorgeven.