Bard Bothe (85) omschrijft zichzelf als een kind dat volop geniet van het leven en de wereld met verwondering bekijkt. Hij moedigt iedereen aan om het leven als een avontuur te zien en open te staan voor nieuwe ervaringen. De ondertitel van zijn boek LEF is: "Voor wie gelooft dat jong blijven een keuze is." Daarover krijgt hij vaak de vraag: “Dat kun je niet menen dat jong blijven een keuze is?” Bard is daar echter heel duidelijk in: “Ja, dat meen ik echt. Ik geloof echt dat heel veel in het leven een keuze is.”

“Ik blijf dat nog steeds een heel moeilijke vraag vinden. Je kan zeggen, ik ben Bard, ik ben een kind van God, ik ben een kind van het universum. Ik ben degene die voor je zit. Maar in ieder geval ben ik los van de gedachte dat ik iemand ben die verbonden is aan een rol of aan een positie. Dat heb ik losgelaten. Ook wel door de klappen. Tja, wie ben ik dan? Ik ben iemand die toch wel heel erg geniet van het leven en er af en toe ook behoorlijk doorheen zit. Ik heb echt momenten dat ik ook denk: Mijn hemel, wat doe ik hier op deze aarde? En hoe pak ik dat weer op? Nou, dan trek ik mezelf als het ware visueel uit de drek. En dan denk ik: ‘Ik hoef al dat vuil van de wereld niet in mijn vuilnisbak te hebben. Ik pak het weer op.’ En ja, ik ben nog een kind. Nog altijd een kind.”

“Ja, dat verklaart het. Omdat ik dat echt geloof. Ik geloof dat jong blijven, denken, voelen en handelen ook een kwestie is van hoe je met jezelf omgaat. Ik heb ook momenten dat ik denk: ‘Jeetje, moet ik nou weer naar dat koor, want ik zit in een shantykoor, moet ik dat nou weer doen?’ Ook zit ik in een programmacommissie en haal daarvoor allemaal speciale mensen binnen. Dan haal ik een boeddhist binnen, of iemand die alle concerten organiseert in Zaltbommel, etc.”
Bard schreef ook het kinderboek Kleine Wolk: “Mijn kinderboek, Kleine Wolk, lees ik nog steeds voor op scholen. Op een gegeven moment vroeg een van die kinderen aan mij: ‘Meneer, hoe kan het dat u op uw leeftijd nog kinderverhalen schrijft?’ Ik werd stil. Ik keek die klas aan en zei: ’Kijken jullie eens in mijn ogen. Wat zien jullie dan?’ Het werd stil en de kinderen begonnen een beetje te giechelen: ‘Ja, we zien uw ogen, meneer.’ Ik antwoordde: ‘Maar dat zijn dezelfde ogen die op jullie leeftijd als kind de wereld in hebben gekeken.’ Ik probeer nog steeds als een kind de wereld in te kijken. En dat staat ook in mijn boek LEF, het begint bij verwondering. Bijvoorbeeld verwondering over het feit dat je lichaam eigenlijk een machine is. Je stopt er wat in, het wordt verwerkt, je piest, je poept en – dat is het hele mooie – je hebt er ook nog seks mee.
Vind je niet dat je als je oud bent dat je in ieder geval je best moet doen om dit leven nog altijd te zien als een avontuur? En dat je niet zegt van: ‘Zo ben ik nu eenmaal, want dat is het resultaat van het verleden.’ Maar dat je de ramen open doet en zegt: ‘Dat was heel leuk, dat was heel boeiend, dat was het verleden. Maar wat kan ik nu nog doen? Hoe pak ik het nu op?’ En dat is letterlijk de ramen openzetten.”
“Nee, ik moet heel eerlijk zijn. Ik ervaar het in de loop van de dag, ik maak iedere dag grote wandelingen en dan kom ik mensen tegen waar ik mee praat, en soms schrijf ik ook verhalen over die gesprekken. Dat noem ik dus mijn avonturen. Het is ook gesprekken aangaan met mensen die anders denken, anders leven, anders in het leven staan. En daar ook open voor staan. Elkaar blijven horen en niet geïrriteerd te raken. En te vragen: ‘Maar wat beweegt jou dan? Waarom?’ Maar nu probeer ik ook weleens tegenargumenten te geven hoor.”

“Dat ik niet moet verwachten dat ik van buiten de kansen krijg aangeboden. Ik moet er zelf heel hard aan werken. Het komt niet van buiten, het komt van binnen. En de tweede les… Ik ben gediagnosticeerd met kanker. Ik pak mijn boek en zeg: walk your talk. Doe wat je predikt en zeur daar niet over, maar doe het. En het enige wat je kunt doen, is doen. En dat geloof ik ook heel erg. [Toen ik het nieuws kreeg…] werd ik de volgende ochtend toch lamlendig wakker. Ik dacht: ‘Ik heb een leuke nieuwe vriendin. En moet ik het haar nou vertellen?’ Maar ik heb het haar verteld. Ik heb gewoon precies verteld hoe de vork in de steel zit.”
“Het is niet het verleden dat telt, het heeft me tot hier gebracht. Maar op elk moment van je leven – welke fase je ook hebt, of je nou 90 bent, 85 zoals ik, of 65 bent en dat lege gevoel hebt van: ‘Mijn identiteit is toch verbonden aan wat ik altijd deed’ – als je dat kunt loslaten en kunt zeggen: ‘Ik ga schilderen, ik ga weer werken omdat ik dat leuk vind, of ik ga mijn vrijwilligerswerk doen,’ dan pak je dingen op. Mensen inspireren, dat hoop ik met mijn boek te bereiken. Dat mensen zich openen en zich ook kwetsbaar willen opstellen. Dat (kwetsbaarheid) was in de periode dat ik werkte, ondenkbaar. Mijn dochter zei altijd: ‘Papa huilt van binnen, papa huilt nooit van buiten.’ En nu zeg ik wel eens: ‘Ik ben emotioneel incontinent.’ Want als me iets raakt, dan heb ik tranen in mijn ogen.”
“Maar ook zeg ik: ‘Ga sporten. Doe meer met seks. Ga lachen. Ga met je kleinkinderen op pad. Doe wat met je kinderen. Het zijn allemaal dingen die je in die fase kunt oppakken, vanaf het moment dat je het lege gat door het werk voelt.’
“Nou, ik ging op een beetje vervelende manier eruit. Ik kreeg een burn-out. En daar waren ook wel redenen voor. Toch zei iedereen: ‘Het kan iedereen overkomen, maar jou niet.’
Dus het was voor mij een gedwongen gat. Wat heb ik toen gedaan? Ik dacht: ‘Wat heb ik nog altijd willen doen in mijn leven?’ Ik keek naar mijn vrouw, toen zei ze: ‘Ik weet het wel, een antiekbedrijf.’ Toen ben ik naar Engeland en Frankrijk gereden. Ik ging de markt op, met een hoed op en een lange jas. Ik was daar een handelaar, compleet anders dan de grijze pakkenman die ik daarvoor was. Dat hebben we zes jaar gedaan. Toen zakte de hele antiekmarkt in elkaar. Daarna gingen we naar Spanje. Daar heb ik mijn eerste boek geschreven, Andermaal Anne, en tot mijn verbazing won ik daar de eerste prijs in een schrijverswedstrijd. Maar dat is het punt: zoek de zingeving; die komt niet van buiten. Die komt van binnen. En daar moet je iets voor doen. Het leven is niet gratis, je krijgt het niet cadeau.”
“Ja, ik zou het niet beter kunnen zeggen. Het is inderdaad waar: geluk – en dat zei Confucius destijds al – is een keuze. Niet alleen hij zei dat; veel andere filosofen hebben het later ook herhaald. Maar dit leven heb je wel, daar heb je niet om gevraagd. Er zit een intrinsieke verplichting aan vast: van het geschenk moet je iets maken.”
“Ja, ik ben me weer meer bewust geworden, ook door de vragen die ik erover krijg. Ik heb geprobeerd zo authentiek mogelijk te zijn. Maar er zullen ook wel dingen in zitten die misschien niet zo authentiek zijn en die ik dan mooi vond om te schrijven. Het heeft mij wel veranderd. Want ik heb dan wel mijn burn-out gekregen, en dankzij die burn-out zeggen mijn kinderen dat ik een aardiger mens ben geworden, heb ik deze boeken geschreven, ben ik gaan schrijven. Mijn hart gaan volgen.”
Benieuwd geworden naar het boek van Bard? Het boek LEF is nu te verkrijgen bij de boekwinkels en te bestellen bij bol.com.