We weten het allemaal: goede vrienden maken het leven mooier. Maar wist u dat vriendschappen op latere leeftijd niet alleen gezellig zijn, maar ook een meetbare invloed hebben op uw welzijn? Nieuw onderzoek van de Duitse psycholoog Oliver Huxhold en collega’s laat zien dat juist contact met vrienden een belangrijke buffer vormt tegen de negatieve effecten van ouder worden.
Hun studie, gepubliceerd in het Journal of Gerontology: Psychological Sciences (2014), draagt de veelzeggende titel “Benefits of Having Friends in Older Ages: Differential Effects of Informal Social Activities on Well-Being in Middle-Aged and Older Adults.” En de resultaten zijn helder: vrienden doen ertoe – steeds meer, naarmate we ouder worden.
De onderzoekers volgden ruim 4.800 mensen, verdeeld over twee groepen: middenvolwassenen (40–64 jaar) en ouderen (65+). Ze wilden weten hoe informele sociale activiteiten – zoals koffiedrinken, wandelen of uit eten gaan – bijdragen aan het gevoel van welzijn. Daarbij maakten ze onderscheid tussen activiteiten met familieleden en met vrienden.
Het team keek vervolgens naar drie onderdelen van welzijn:
Voor mensen van middelbare leeftijd gold dat contact met zowel vrienden als familie een positieve invloed had: ze voelden zich tevredener en vrolijker.
Maar bij de oudere groep bleek iets opvallends.
Met andere woorden: familie kan warmte en steun brengen, maar soms ook stress of emotionele spanning. Vriendschappen daarentegen bleken vaker te zorgen voor ontspanning, plezier en emotionele balans.
De onderzoekers verklaren dat verschil door de aard van de relatie. Familiebanden zijn vaak verplichtend: u deelt geschiedenis, verantwoordelijkheden of zorg. Vriendschappen daarentegen zijn vrijwillig – u kiest ze zelf, en kunt ze aanpassen aan uw leven.
Vriendschappen draaien vaker om gedeelde interesses, humor en plezier, en minder om zorg of plicht. Ze worden, naarmate we ouder worden, steeds bewuster gekozen. En precies dat maakt ze zo waardevol: ze brengen energie in plaats van spanning, en zijn een bron van positieve emoties.
Huxhold en zijn team verwijzen daarbij naar een bekend psychologisch model: de Sociaal-Emotionele Selectiviteitstheorie. Die stelt dat oudere volwassenen hun sociale kring kleiner maken, maar rijker aan kwaliteit. Negatieve of oppervlakkige relaties verdwijnen, terwijl warme en wederkerige vriendschappen overblijven.
U hoeft geen tientallen contacten te onderhouden. Eén of twee mensen bij wie u zich echt gezien voelt, maken al een groot verschil. Bel eens iemand op, spreek af voor koffie, of plan iets wat u samen leuk vindt.
Niet elke relatie hoeft behouden te blijven. Als contact u structureel energie kost, mag u afstand nemen. Zoals de onderzoekers laten zien: het vermijden van negatieve interacties is juist gezond.
Vriendschap groeit door gezamenlijke momenten. Dat kan klein zijn – een vaste wandeling, een kookclubje, een vrijwilligersactiviteit. Zulke momenten van “informeel sociaal contact” zijn precies wat het welzijn versterkt.
Ook op latere leeftijd ontstaan waardevolle vriendschappen. Denk aan cursussen, buurtnetwerken of culturele activiteiten. De gedeelde interesse vormt vaak vanzelf een basis voor contact.
De boodschap van dit onderzoek is eenvoudig maar krachtig:
Vriendschap is geen luxe, maar een vorm van gezondheid.
Contact met vrienden blijkt niet alleen goed voor het humeur, maar ook voor onze veerkracht, levenslust en emotionele stabiliteit. Terwijl familie vaak onmisbaar is, zijn het juist vrienden die zorgen voor lucht, plezier en balans in de tweede levenshelft.
Dus: bel die oude wandelmaat, stuur dat berichtje naar uw vriendin van vroeger, of spreek een keer af met iemand die u graag beter wilt leren kennen. Uw welzijn vaart er wel bij.
Bron:
Huxhold, O., Miche, M., & Schüz, B. (2014). Benefits of Having Friends in Older Ages: Differential Effects of Informal Social Activities on Well-Being in Middle-Aged and Older Adults. The Journals of Gerontology Series B: Psychological Sciences and Social Sciences, 69(3), 366–375.
Lees het onderzoek via Oxford Academic ›