Op 3 mei 2025, in Omaha, deed Warren Buffett iets wat zelfs doorgewinterde Berkshire-aandeelhouders niet gewend waren: hij verraste de zaal. Na zestig jaar aan het roer kondigde hij aan dat hij eind 2025 zou stoppen als CEO van Berkshire Hathaway, en dat vice-chair Greg Abel het stokje zou overnemen.

Dat moment was meer dan een zakelijke mededeling. Het voelde als het wegvallen van een vaste stem uit een wereld die steeds sneller praat—en steeds korter luistert. Buffett, inmiddels 95, is niet de man van het grote gebaar. Hij is de man van de kleine zin die blijft hangen: “simple, but not easy.”
Buffett is wereldwijd beroemd geworden met iets dat, in de kern, inderdaad “prozaïsch” is: aandelen kopen en aandelen níét kopen. Geen raketten, geen apps, geen artistieke revolutie. En toch—of juist daarom—werd hij voor velen een rolmodel: omdat hij liet zien dat succes niet altijd luidruchtig hoeft te zijn, en dat consistentie uiteindelijk radicaler kan zijn dan bravoure.
In een wereld waarin rijkdom vaak gepaard gaat met afstand, bleef hij opmerkelijk herkenbaar: een man die graag een hamburger eet en Cherry Coke drinkt, en die in zijn brieven steeds opnieuw probeert ingewikkelde zaken begrijpelijk te maken.
Zijn reputatie rust op twee pilaren:
Wie Buffett wil begrijpen, moet zijn relatie met tijd begrijpen.
In zijn pledge-brief voor The Giving Pledge schrijft hij onomwonden waar zijn rijkdom volgens hem vandaan kwam:
“My wealth has come from a combination of living in America, some lucky genes, and compound interest.”
En dan die zin die tegelijk grappig en scherp is:
“Both my children and I won what I call the ovarian lottery.”
Het is typische Buffett: hij wijst niet alleen naar vaardigheid, maar ook naar omstandigheden—naar geluk, naar timing, naar het feit dat sommige deuren al openstaan vóór je zelf überhaupt aan de klink zit.
Maar achter die bescheidenheid schuilt ook iets strengers: als je eenmaal begrijpt dat tijd je grootste bondgenoot is, heb je ook de discipline nodig om die bondgenoot niet te verraden. Daarom is zijn bekendste advies zo simpel dat het bijna als een tegeltjeswijsheid klinkt—en juist daarom zo bruikbaar:
“Be fearful when others are greedy, and greedy when others are fearful.”
Buffett heeft zijn vertrek niet verpakt als een dramatische exit. In een Berkshire-bericht van 10 november 2025 schreef hij aan aandeelhouders:
“I will no longer be writing Berkshire’s annual report or talking endlessly at the annual meeting. As the British would say, I’m ‘going quiet.’ Sort of.”
En meteen daarna, in dezelfde adem, positioneert hij zijn opvolger met woorden die aanvoelen als een overdracht van waarden—niet alleen van macht:
“Greg Abel will become the boss at yearend. He is a great manager, a tireless worker and an honest communicator.”
Reuters beschreef recent hoe Abel—jarenlang op de achtergrond—zich methodisch heeft voorbereid op die rol, met een stijl die eerder “hands-on” dan “showman” is, en met nadruk op continuïteit.
Er zijn duizenden beleggers, maar maar één Buffett. Als je de lofzangen wegdenkt, blijven een paar concrete kenmerken over—die ook buiten geld relevant zijn:
1) Een “circle of competence” die hij bewaakte alsof het zijn gezondheid was.
Niet overal een mening over. Niet overal geld in. Wel: weten wat je begrijpt, en accepteren dat dat beperkt is.
2) Lezen als levenshouding.
De mythe van Buffett als lezer (stapels jaarverslagen, kranten, brieven) is niet alleen romantiek; het is strategie. In het Atlantic-essay over zijn pensioen wordt die nieuwsgierigheid expliciet genoemd als kernkwaliteit.
3) De moed om saai te zijn.
Buffett werd niet rijk door het najagen van de hype, maar door herhaling: dezelfde principes, over decennia, door bull markets en crises heen. Dat is—paradoxaal genoeg—voor veel mensen het moeilijkste.
4) Een moreel kompas dat hij niet uitbesteedde aan PR.
In zijn pledge-brief staat een zin die, zeker voor lezers in een nieuwe levensfase, pijnlijk herkenbaar kan zijn:
“Too often, a vast collection of possessions ends up possessing its owner.”
Daarna noemt hij wat hij het meest waardeert—niet aandelen, maar relaties:
“The asset I most value, aside from health, is… long-standing friends.”
Het is een soort bijzin in een filantropische brief, maar het leest als een levenssamenvatting.