In de vroege ochtendzon zitten twee ouderen op een bankje, zwijgend en tevreden, terwijl meeuwen in de verte cirkelen boven een stille baai. Het is een tafereel dat geruststelt – en tegelijkertijd vragen oproept. Wie blijft, als de drukte van het werkleven wegebt? Wie belt nog, als routines veranderen? Wie kent ons nog echt, als we zelf veranderen?
Vriendschap – het is misschien wel het meest vormvaste en toch meest vluchtige dat we bezitten. Een band zonder contract, maar van levensbelang.
De Amerikaanse schrijver Stephanie Bai vergeleek vriendschap onlangs met een gezamenlijk bewoond huis: je moet allebei aan het onderhoud blijven werken, anders takelt het af. Een treffend beeld. Zeker voor wie de zestig is gepasseerd, en merkt dat het behouden van vriendschappen – ooit vanzelfsprekend – nu inspanning vraagt.
“Mannen zijn er vreselijk in,” schreef Fred Gregory, een gepensioneerde legerarts, over het contact met zijn vroegere kameraden. “Slik je trots in en zet de eerste stap.”
En zo simpel is het soms ook: gewoon weer eens bellen. Maar net als een huis heeft ook een vriendschap onderhoud op maat nodig. Dus hoe doen we dat eigenlijk, vriendschappen laten voortbestaan over decennia – door verhuizingen, rouw, nieuwe liefdes, pensioen, veranderende interesses en fysieke afstanden heen?
Sommigen zweren bij spontane telefoontjes, anderen organiseren vaste ‘woensdagwandelingen’ of digitale koffiemomenten. De rode draad? Iemand moet de eerste zijn. En dat is niet altijd degene van wie u het verwacht.
“Na mijn pensionering had ik ineens zeeën van tijd, maar ook het gevoel dat de wereld een beetje om mij heen draaide,” vertelt Maria (68) uit Utrecht. “Ik wachtte op telefoontjes die niet kwamen. Tot ik me realiseerde: misschien wachten zij ook wel op mij.”
Het bleek het begin van een nieuwe traditie: elke maand belt zij drie vrienden uit haar 'vergeten lijst' – mensen met wie het contact verwaterde, maar die nog altijd een plek in haar hart hadden. “Niet iedereen reageert meteen, maar dat geeft niet. Alleen al het sturen van een kaartje geeft mij het gevoel dat ik verbinding zoek. En vaak komt het alsnog terug.”
Een andere sleutel tot duurzame vriendschap: rituelen. “Toen mijn beste vriendin verhuisde naar Frankrijk, hebben we een vaste maandagavond ingevoerd,” vertelt Ernst (73). “Om 20:00 uur zitten we ieder met een glas wijn op Zoom. Soms praten we een uur, soms maar tien minuten. Maar het staat.”
Het lijkt paradoxaal: om vriendschap levend te houden, is juist structuur nodig. Niet als verplichting, maar als uitnodiging. Een ritueel dat ruimte creëert voor spontaniteit.
En dan is er nog een derde, vaak vergeten, dimensie van levenslange vriendschap: het lef om vrienden te blijven met wie iemand geworden is. Vriendschap is geen museumstuk. Als we zelf veranderen – in levensfase, overtuigingen of levensstijl – dan moeten we onze vrienden soms opnieuw leren kennen.
Soms betekent dat ook afscheid nemen. Maar vaker nog betekent het: durven vragen, luisteren zonder oordeel, en het ongemak van verschil verdragen.
“Een goede vriend verloor zijn vrouw en werd daarna heel anders,” vertelde Noor (66). “Geslotener. Bozer, soms. Ik dacht even: we zijn elkaar kwijt. Maar na een paar maanden ben ik hem gewoon op gaan zoeken, elke donderdag. We praten niet veel. Maar we zijn er weer.”
Vriendschap is geen vanzelfsprekendheid. Het is geen gevolg van vroeger, maar een keuze van vandaag. En morgen weer. Soms is het een appje, een wandeling, een herinnering die u deelt. Soms is het een stilte die u samen verdraagt.
De vraag is dus niet hoeveel vrienden we nog hebben, of hoe vaak we elkaar spreken. Maar: voor wie zet u vandaag de eerste stap?