We hebben allemaal momenten van onrust. Je voelt je gespannen, sneller geïrriteerd, of merkt dat je in een sombere bui blijft hangen. Vaak proberen we dat weg te drukken: “Kom op, stel je niet aan, er zijn ergere dingen.” Maar juist dát kan ervoor zorgen dat gevoelens zich opstapelen en zich later uiten als angst, neerslachtigheid of prikkelbaarheid.
Onder die stemmingen liggen vaak gevoelens die je niet echt aandacht hebt gegeven. Verdriet, teleurstelling, gemis of schaamte. Omdat je misschien denkt dat ze niet belangrijk genoeg zijn. Of omdat je bang bent dat ze je zullen overspoelen.
Toch is het voelen van je gevoelens geen luxe, maar een noodzaak.
Gevoelens hebben een functie. Ze zijn signalen die vertellen waar je behoefte aan hebt. Verdriet kan wijzen op een verlangen naar verbinding. Boosheid kan een teken zijn dat je grenzen zijn overschreden. Angst kan je waarschuwen dat je steun of veiligheid nodig hebt. Wanneer je die signalen negeert, raak je juist verder van jezelf verwijderd.
Door wél stil te staan bij wat je voelt, ontstaat er ruimte. Je hoeft niet direct een oplossing te hebben. Alleen al erkennen: “Ik ben nu verdrietig” of “Ik voel me gekwetst”, kan verlichting geven.
Gevoelens zijn geen last die je moet wegstoppen, maar een kompas dat je de weg kan wijzen. Hoe beter je ze leert herkennen en verdragen, hoe meer rust en helderheid je zult ervaren.
Dus de volgende keer dat je merkt dat je gejaagd, somber of prikkelbaar bent, vraag jezelf af: welk gevoel zit eronder? En durf het toe te laten. Want door je gevoelens te voelen, zorg je beter voor jezelf.