Op een dinsdagochtend in april — de koffie pruttelt, een merel zingt op het dak — vroeg ik me ineens af: wat als we straks allebei met pensioen zijn? Wat dan? Het is een vraag die zich langzaam opdringt, vaak niet met tromgeroffel, maar als een fluistering. Hij komt niet zelden tijdens een wandeling, of terwijl je kijkt naar hoe je partner de afwas doet. En ineens weet je: de tijd waarin werk het ritme van de dag bepaalde, komt ten einde. Maar wat komt ervoor in de plaats?
In onze verbeelding is pensionering een soort open veld — een ruimte vol beloftes. Eindelijk tijd voor reizen, voor kleinkinderen, voor boeken lezen in de tuin. Maar wat als jouw voorstelling van dat veld totaal anders is dan die van je partner? En hoe begin je dat gesprek, zonder dat het meteen voelt als een onderhandeling?
Veel stellen gaan er stilzwijgend van uit dat hun toekomstwensen gelijk oplopen. Maar onderzoek wijst iets anders uit. Volgens het NIDI (Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut) bespreekt slechts 42% van de Nederlandse stellen expliciet hoe zij hun pensioen samen willen vormgeven. En dat terwijl verschillen in verwachtingen — over reizen, zorg, wonen of financiën — juist op latere leeftijd tot frictie kunnen leiden.
We kunnen jarenlang in harmonie leven binnen de context van werk en gezin, maar zodra die structuren wegvallen, komt er ruimte. Voor dromen. Voor twijfels. En dus ook voor misverstanden. Juist daarom is het zo belangrijk om op tijd met je partner in gesprek te gaan over pensioen.
Het begint niet met een Excel-sheet of een notaris. Het begint met nieuwsgierigheid.
Stel geen vraag als: “Wat gaan we eigenlijk doen als we straks met pensioen zijn?” Dat voelt abstract en roept al snel defensieve reacties op. Begin liever klein. Aan de keukentafel, of tijdens een wandeling. Vraag:
Het doel is niet om direct tot besluiten te komen, maar om elkaar weer even opnieuw te leren kennen. Wie is de ander geworden in al die jaren samen? Wat leeft er onder de oppervlakte?
Een veelvoorkomende valkuil is denken dat je álles samen moet doen. Maar pensionering betekent niet dat je plots een Siamese tweeling wordt. Sterker nog: ruimte houden voor eigen interesses en persoonlijke groei is vaak essentieel om de relatie levendig te houden.
Misschien wil jij de Camino lopen, terwijl je partner eindelijk zijn boekenproject wil afmaken. Misschien wil zij vrijwilligerswerk doen, terwijl jij droomt van een huis in Frankrijk. Dat hoeft geen conflict te zijn — als je het maar op tijd bespreekbaar maakt.
Als de contouren duidelijker worden, komt er ruimte voor structuur. Denk aan praktische vragen:
Het is hier waar dromen en realiteit elkaar ontmoeten. Maak het niet te zwaar — je hoeft geen vijfjarenplan te hebben. Een richting is vaak genoeg. Wat je nu vastlegt, kan later altijd aangepast worden.
In een wereld vol to-do-lijsten is het verleidelijk om zo’n gesprek af te vinken. Maar praten over pensioen is geen eenmalige sit-down. Het is een doorgaand gesprek dat zich ontvouwt met de seizoenen, met nieuwe inzichten, met veranderende lichamen en verlangens.
Het is ook een kans om opnieuw te kiezen. Niet alleen wat je samen wilt doen, maar hoe je samen wilt zijn.
Wil je meer grip krijgen op je toekomst samen? Denk dan eens na over een gezamenlijke pensioendag. Plan een weekend waarin je samen praat, droomt, misschien zelfs schrijft over jullie volgende hoofdstuk. Gebruik hulpmiddelen als een pensioenplanner, of sluit je aan bij een community voor stellen in deze levensfase. Het belangrijkste is: begin. Begin voordat het ‘straks’ is.