"Ik moet naar huis." Deze aankondiging van Carolien bereikt me zeker drie keer per week. Soms in de vragende - "wanneer moet ik naar huis?" - variant. Carolien woont al ruim zeven jaar bij ons in het verpleeghuis, waar ongeveer zeven maanden tegenwoordig de norm is. Zo lang mogelijk onder zo goed mogelijke omstandigheden thuis wonen. Het Postbus 51 spotje heeft het er stevig ingeramd. Je kunt je in gerede afvragen of 'langer thuis' ook altijd 'meer vrijheid' betekent. Maar dit terzijde.

Carolien is een uitermate tevreden bewoner van ons verpleeghuis.
Vanaf de eerste stap die ze binnen onze muren zette.
Het personeel is zo vriendelijk.
Het eten is lekker.
Ik mag piano spelen.
Mijn naasten kunnen altijd op bezoek komen.
En: ik mag er zelfs uitslapen!
Verdrietig voor Carolien is dat al het genoemde moois voor haar gevoel er altijd maar tijdelijk is.
Omdat ik volgens Carolien 'over alles' ga, ben ik een permanent aanspreekpunt voor de naderende verhuizing.
"Ik moet vrijdag naar huis. Weet jij waar mijn twee grote koffers zijn?"
"Die liggen boven op je kledingkast, Carolien."
"Oh, ik dank God dat jij dat in ieder geval weet. Nou, ik ga pakken."
"Maar je hoeft niet te verhuizen, Carolien. Je vindt het toch fijn bij ons?"
"Ik ben hier heel graag. Iedereen is goed voor me. Prachtige kamer ook. Zonder trappen. Maar ik heb aangegeven dat ik vrijdag naar huis zou gaan."
"Nou, Carolien je hebt hier een woonovereenkomst getekend. Je kinderen waren erbij. Dat betekent dat je hier altijd mag blijven wonen. Tot je het tijdelijke met het eeuwige verwisselt."
"Ik kan niet geloven dat dit echt zo is. In dat geval zal je mond koekjes eten. Voor eeuwig."
"Toch is het echt zo, Carolien."
Ik probeer me het scenario van tot het einde der tijden Mariakaakjes eigen te maken.
Een niet erg aantrekkelijk scenario.
Ondertussen is Carolien al op weg naar boven. In een gelukzalige toestand.
"Dit moeten de anderen weten. Ik blijf hier wonen!"
'De anderen' zijn de medebewoners van Carolien. Ze hebben deze blijde tijding al eerder vernomen. Vele malen. Maar reageren toch gepast enthousiast.
Wellicht komen er andere tijden.
Dementie heeft de onhebbelijke gewoonte een progressief verlopende ziekte te zijn.
De waardering van het verpleeghuis als woonplek kan gaan veranderen.
Er kan een verlangen naar een oude woonplek ontstaan.
Hier 'mogen blijven wonen’ kan veranderen in 'hier moeten blijven wonen.'
Maar voorlopig koester ik de rol van grote blijmaker.
Zeker drie keer per week.
Job van Amerongen werkt als ggz-verpleegkundige in de ouderenzorg (Brentano, Amstelveen) en is columnist bij Proudies en DementieVisie.