Wat drijft een samenleving tot vrouwenhaat? In The Brotherhood, het tweede deel van haar veelgeprezen trilogie Cadela Força, zoekt de Braziliaanse theatermaker Carolina Bianchi het antwoord in de oorsprong van mannelijkheid zelf. Haar voorstelling, die afgelopen weekend in première ging op Kunstenfestivaldesarts in Brussel en volgende maand te zien is op het Holland Festival, is confronterend, speels, verwarrend en glashelder tegelijk.
© Grafisch design door Luisa Callegari
Bianchi stelt geen diagnose met wetenschappelijke afstand, maar plaatst zichzelf midden in het weefsel dat ze wil ontleden. Letterlijk. Ze staat op het podium, bevredigt zichzelf met een vibrator terwijl de stem van theaterlegende Tadeusz Kantor klinkt, laat zich dragen door gemaskerde naakte mannen, en laat acht mannelijke acteurs haar onderzoek naar verkrachting voordragen – met terloopse aanpassingen ‘voor de leesbaarheid’.
Centraal staat de vraag: wat betekent het om man te zijn? Volgens Bianchi begint de vervreemding al vroeg. Jongens leren hun gevoeligheid af, hun spel, hun zachtheid. Wat overblijft is een broederschap die stoelt op ontkenning van het eigen verlangen – en op uitsluiting van alles wat dat verlangen zou kunnen herinneren. De onderdrukte delen van hun eigen identiteit keren terug in de vorm van haat jegens vrouwen.
Maar The Brotherhood is geen slachtoffervertelling. Het is een dissectie van macht. De voorstelling speelt zich af in het theater over het theater: mannen met status, kunst met een gewelddadige onderlaag, patriarchale codes die zich vermommen als inspiratie. De ‘broederschap’ is overal: in de kunstwereld, in het dagelijks leven, in de taal zelf. Bianchi legt die structuren met chirurgische precisie bloot – zonder moralistisch te worden, maar altijd met urgentie.
De vorm is even grillig als effectief. Van een ijzingwekkend uitgevoerde monoloog uit Tsjechovs De Meeuw, tot een montage van popliedjes vol verkrachtingsreferenties: de toon schuift continu tussen poëtisch en klinisch, kwetsbaar en ongenadig. Geen verlossing, geen troost. Wel een dwingende boodschap: kijk, luister, erken.
Ook stilistisch heeft The Brotherhood veel om het lijf. De voorstelling is visueel overrompelend, geluidsmatig rauw en inhoudelijk doordacht. Dat het soms schuurt, ontregelt of overweldigt, is geen tekortkoming, maar een bewuste strategie. Bianchi vraagt geen instemming, maar confrontatie.
Wat The Brotherhood uiteindelijk zo indrukwekkend maakt, is dat het tegelijk persoonlijk en systemisch is. Bianchi toont hoe patriarchale macht niet alleen schade aanricht bij vrouwen, maar ook bij mannen – en hoe die pijn wordt doorgegeven, beschermd, verheerlijkt. Juist daar begint de reflectie. En misschien, ooit, de breuk.
The Brotherhood is van 18 t/m 20 juni te zien op het Holland Festival.