Verhalen over vroeger hypnotiseren. Je groeit ermee op en zij kleuren diep het beeld dat je van een geschiedenis hebt. Neem nu al die verschillende verhalen die over Nederlands-Indië bestaan. Een bont palet aan kleuren. Toen de actrice Wieteke van Dort (1943-2024) dit jaar overleed, kwamen ze allemaal weer voorbij. In mijn jeugd haalde Van Dort op tv herinneringen op aan de goede ouwe tijd voor de onafhankelijkheid van Indonesië.
De pioschop! Toen ik onze zolder aan het opruimen was kwam ik hem tegen. Hij zat nog netjes ingeolied in zijn groene foedraal. Wat een mooi ding. Na mijn diensttijd had ik het inklapbare schepje achterover gedrukt. Je groef er je schuttersputje mee maar sloeg er ook een haring van je puptent mee in de grond. En natuurlijk was het ook een prima derde been als je in het veld moest poepen…
Het hoge woord moet er maar eens uit, lezer. Op dit platform voor slachtoffers van de derde levensfase, schaam ik mij niet. Ik geef het ruiterlijk toe: IK BEN EEN BOOMER. En juist als u nu een aanvechting voelt om mij de les te lezen, bent u ook een boomer… Want u gaat mij nu vertellen dat ik in 1966 geboren ben en dus helemaal geen boomer kan zijn. Vol minachting moppert u dat niemand meer vandaag de dag de juiste begrippen hanteert. U weet maar al te goed: Ok, Boomer werd in 2019 door een jonge vrouw in het parlement van Nieuw-Zeeland tegen een oude man van de babyboom-generatie geroepen. Op de toon van een schooljuf vertelt u mij vervolgens dat kinderen van de babyboomers tijdens of kort na de oorlog zijn verwekt. Het is, u zucht een paar keer, de verwende generatie die opgroeide in een tijd van wederopbouw en welvaart. Van verwarming op je slaapkamer en chocoladehagelslag op je brood.
Zeuren over ongemak werd in mijn jeugd door mijn ouders steevast beantwoord met een bekend riedeltje. Of het nu de striemende regen was waardoor je naar school moest fietsen of eenvoudigweg een kledingstuk dat nog steeds niet gewassen was - vroegâh was het allemaal veel erger. Of het nu opa was die in ‘44 van Utrecht naar Leeuwarden fietste op hongertocht. Of het nu oma was die na de oorlog nog steeds in een ketel op het fornuis de was kookte. Vroeger was alles slechter.
Toen ik zat te broeden op mijn eerste column voor dit platform, moest ik aan deze stoffige uitspraak denken. Mijn moeder mompelde dat weleens, als het ging om iemand leren kennen. Het is een typische uitspraak van een generatie die nog boeken in een kast uitstalde. Even generaliseren: bij u thuis staat ongetwijfeld ook nog zo’n rek met daarop het bewijs van uw voorkeuren.